5 voorkomende misverstanden over payrolling
Over payrolling bestaan nog veel vooroordelen en misvattingen. De payroll-branche is voor veel ondernemers nog onduidelijk. Daarom is het belangrijk dat een aantal misverstanden over payrolling worden opgehelderd. Wij hebben 5 veel voorkomende misverstanden voor u uiteengezet.
Payrolling kost veel geld
Als u gaat payrollen, dan kost dat inderdaad geld. Maar u minimaliseert werkgevers risico’s (bijvoorbeeld bij ziekte en uitval) en u besteedt de volledige personeelsadministratie uit. Hierdoor heeft u meer tijd voor uw core- business.
De tarieven voor payrolling zijn deels opgebouwd uit een aantal kostenposten die u ook heeft wanneer u zelf werknemers in dienst heeft. Denk daarbij aan het nettoloon, afdrachten aan UWV en belastingdienst, pensioen, verzekeringspremies en reserveringen. Hier bovenop komt een marge waarmee payrollbedrijven hun risico’s en kosten dekken. Omdat zij op grotere schaal werken, is dit vaak een lager bedrag dan wanneer u dit zelf zou doen.
Payrolling is alleen geschikt voor grote bedrijven
Payrolling is júist ook geschikt voor de kleinere MKB’ers met één of twee medewerkers. Het uitbesteden van de administratie is het alleen al waard om te payrollen, omdat de administratieve druk vaak relatief hoog is. Vooral in kleinere MKB-ondernemingen is ziekte een grote mogelijke kostenpost. Als bijkomend voordeel kunt u gebruik maken van de juridische kennis van een payrollbedrijf.
Medewerkers gaan erop achteruit bij payrolling
Payrollmedewerkers ontvangen vanaf de eerste dag dat zij aan het werk gaan, dezelfde beloning als medewerkers in directe dienst bij de opdrachtgever (in een gelijke of gelijkwaardige functie). Compleet met ADV, toeslagen, periodieken, loonsverhogingen en vakantiedagen. Dit is wettelijk vastgelegd om het verschil in beloning tussen uitzend- en payrollkrachten en personeel met een rechtstreeks dienstverband tegen te gaan. Ook het arbeidsverleden en de opgebouwde rechten van het personeel worden door het payrollbedrijf overgenomen.
Payrollmedewerkers bouwen geen pensioen op
Payrollmedewerkers bouwen pensioen op. Dit is eerst het Basis-pensioen en na anderhalf jaar een Plus-pensioen van het pensioenfonds voor de flexbranche STiPP (Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten).
Payrollmedewerkers hebben geen recht op scholing
Ook payrollmedewerkers hebben recht op scholing. Leden van de ABU zijn verplicht 1,02% van het brutoloon per jaar te besteden aan scholing van werknemers. Dit kunnen zij zelf organiseren of overdragen aan het opleidingsfonds voor de flexbranche STOOF (Stichting Opleiding & Ontwikkeling Flexbranche). Uiteraard kunnen payrollbedrijven ook extra investeren in scholing. Hierdoor vergroten zij de mogelijkheden voor inzet van payrollkrachten bij hun opdrachtgevers.